…Sam is alweer beneden, begonnen aan het dekken van de tafel. Ik zit nog in mijn badjas op mijn bed, naar mijn kast te staren. Ik probeer te beslissen wat ik aantrek, maar ik kan alleen maar denken aan wat er zich de afgelopen uren heeft afgespeeld. Hoe heeft het zo ver kunnen komen. Dat ik hier gisteravond nog met Raphael in bed lag en een paar uur later met zijn broertje in datzelfde bed lig.
Ik weet niet meer wat ik wil. Wat ik voel. Ik houd van Raphael, toch? Waarom voel ik nu dan alleen maar irritatie wanneer ik aan hem denk. En waarom voel ik alleen maar kriebels als ik aan Samuel denk?
Ik pak een strakke rode jurk uit de kast en loop met de rits nog open naar beneden.
“Kan je me even helpen?” vraag ik aan Sam terwijl ik met mijn rug naar hem toe ga staan.
Een rilling gaat door mijn lichaam als ik zijn handen tegen mijn huid voel. Als hij de rits van mijn jurk dicht heeft gedaan blijven we daar even zo staan. Zijn vingertoppen heel licht over mijn blote armen. Zijn adem in mijn nek. Ik voel mezelf weer week worden.
Maar dan schrik ik terug naar de realiteit bij het geluid van de voordeurbel…